Belastingplan 2023 in een notendop
Belastingplan 2023
(Let op! Deze plannen moeten nog worden aangenomen. Wijzigingen/aanpassingen kunnen dus nog plaatsvinden).
Overdrachtsbelasting naar 10,4%
Algemeen overdrachtsbelastingtarief wordt per 1 januari 2023 verhoogd van 8% naar 10,4%
Met ingang van 1 januari 2023 wordt het algemene tarief verhoogd van 8% naar 10,4%. Dit tarief is van toepassing op alle verkrijgingen die geen eigen woning als hoofdverblijf zijn.
Het hoge tarief is van toepassing op:
- niet-woningen (waaronder bouwgrond);
- economische eigendom van onroerende zaken;
- aandelen in onroerend goed BV’s; en
- aanhorigheden die niet gelijktijdig met de woning-hoofdverblijf worden verkregen (zoals een later gekochte garage of een stukje tuin van de buren).
Het tarief voor woningen die bestemd zijn als hoofdverblijf blijft 2%.
Leegwaarderatio
Vanaf 1 januari 2023 geldt de leegwaarderatio niet meer voor woningen die tijdelijk worden verhuurd
De leegwaarderatio wordt afgeschaft voor woningen die voor een bepaalde tijd worden verhuurd (voor een woning is die termijn niet langer dan 2 jaar en voor een kamer niet langer dan 5 jaar).
Bij verhuur aan gelieerde partijen (zoals ouders aan een kind) zal de leegwaarderatio met ingang van 1 januari 2023 niet meer gelden.
De leegwaarderatio is niet meer van toepassing op vakantiewoningen en niet-woningen.
De leegwaarderatio wordt beperkt tot maximaal 73% van de WOZ-waarde. De daadwerkelijke verlaging hangt af van de huuropbrengst. Bij een opbrengst van meer dan 5% dan geldt er geen aftrek meer.
BV
De vennootschapsbelasting stijgt van 15% naar 19% voor de eerste schijf.
De eerste schijf daalt van € 395.000,00 naar € 200.000,00.
Het hoge tarief blijft 25,8%.
In 2023 blijft het aanmerkelijkbelangtarief 26,9%.
Vanaf het belastingjaar 2024 zal het aanmerkelijkbelangtarief in tweeën worden gesplitst.
Verder wordt voorgesteld om per 2024 (!) twee schijven te introduceren in het box 2-tarief.
Het inkomen uit aanmerkelijk belang (thans 26,9%) wordt dan voor de eerste € 67.000,00 (voor partners € 134.000,00) belast tegen 24,5%.
Het meerdere zal dan worden belast tegen 31%. Door invoering van een verlaagd tarief worden jaarlijkse dividenduitkeringen gestimuleerd.
Excessief lenen van de BV
Het wetsvoorstel excessief lenen directeur-grootaandeelhouder (dga) is door de tweede kamer aangenomen. Inwerkingtreding hiervan is 1-1-2023.
De eerste toetsdatum is 31-12-2023.
Als u en uw partner samen op 31 december 2023 meer dan € 700.000,00 schuld hebben aan uw BV, zal het meerdere als fictief dividend worden aangemerkt.
U betaalt daar dan 26,9% inkomstenbelasting over. Als u dit betaald heeft betekent het overigens niet dat de schuld is komen te vervallen. Deze blijft namelijk gewoon bestaan. Ook de rente- en aflossingsverplichting blijven doorlopen.
De schuld aan de BV voor uw eigenwoning blijft overigens buiten deze regeling als u de woning al had in 2022. Ook een schuld voor een woning die u na 2022 koopt, valt er buiten als er als zekerheid voor de BV een hypothecaire inschrijving is.
Ook leningen van de BV aan uw (schoon)ouders of (klein)kinderen tellen mee als deze meer bedragen dan €700.000,00 per persoon. Alleen het meerdere telt mee.
Box 3
Het heffingsvrij vermogen wordt € 57.000,00 per persoon.
Het tarief gaat omhoog naar 32%.
Het forfaitaire rendement op spaargeld bedraagt 0,01%. Het onderbrengen van uw spaargeld in een spaargeld BV levert in 2023 geen besparing op van inkomstenbelasting. Wel kan het u voordeel opleveren voor het verkrijgen of behouden van toeslagen of het verlagen van een eigen bijdrage.
Het forfaitaire rendement van overige bezittingen bedraagt 6,17%. Hieronder vallen dus verhuurde woningen, een tweede huis, schenkingen op papier, leningen aan kinderen, aandelen op de beurs.
Dit rendement wordt belast tegen 32%. Afgerond betaalt u dus 2% inkomstenbelasting over uw overige bezittingen. Deze belasting betaalt u ook als u dit rendement helemaal niet maakt of als u verlies maakt. Is dit het geval dan is het advies om bezwaar aan te tekenen.
Schulden mag u niet meer wegstrepen. Het forfaitaire rendement bedraagt circa 2,5%. Dit percentage wordt eind volgend jaar definitief vastgesteld. De verwachting is dat dit percentage hoger wordt.
Van de schulden mag u 0,8% (2,5*32%) aftrekken. Dit is dus een aanzienlijke belastingverhoging. Nu mag u namelijk de schulden geheel in mindering brengen op de bezittingen.
Deze belastingdruk kan verlaagd worden door bijvoorbeeld beleggingen over te dragen naar de spaargeld BV. Daar worden de beleggingen namelijk tegen het werkelijk rendement belast. Als u geld geleend heeft van uw spaargeld BV om daar beursaandelen van te kopen dan kunt u met de overdracht van de beursaandelen ook uw lening aflossen aan de spaargeld BV.